Gedichten  van  IACYR  ANDERSON  FREITAS
vertaald door Fa Claes


Iacyr Anderson Freitas (Patrocínio do Muriaé, Minas Gerais, Brazilië, 22-09-1963) is burgerlijk ingenieur maar ook doctorandus in de Literatuurwetenschap. Hij heeft al veertien dichtbundels gepubliceerd, enkele essays en een verhaal. Verschillende literaire onderscheidingen vielen hem te beurt, nationale en internationale, zowel voor poëzie als essay. Hij is trouwens internationaal bekend met vertalingen van zijn werk in Colombia, Spanje, Argentinië, de Verenigde Staten, Frankrijk, Chili, Malta, Italië en Portugal. Terra além mar (Land aan de andere kant van de zee), een bloemlezing uit zijn poëtisch werk, werd in Portugal uitgegeven.




CINCO EXERCÍCIOS FINAIS


Primeiro: abrir bem a boca
para provar o dia.

Demasiado doce, escuro?

Segundo exercício: respirar fundo
até sentir um sino.
Dois badalos
é sinal de domingo.

Terceiro: tocar com a falange esquerda
uma das sete pontas da aurora
até doer o azul - e bem doído.

Quarto: olhar avesso, olhar para dentro
e ver o menino que corre
sobre a ponte.

Quinto: ouvir o arrasto
da hora, suas engrenagens
e, ao centro, todas as outras horas
em que estivestes nascendo.

Em que estivestes nascendo
para esses inúteis exercícios.






FOTOGRAFIA


Aqui estás posto
como enfim haverá de ser:
imóvel, morto.

O que o papel revela
as tuas noites pressentiram:
certo desconforto de existir,
um frêmito qualquer nas mãos.

Ah, as mãos sabem trair-te, como
a toda gente.
E os olhos?
- congelados num poente
que se perdeu
do tempo e das cidades,

mas que ilumina agora
a tua fotografia
com a mesma luz
que em sonho percebias.

Essa luz que, no papel,
fica igual a ti
e a todos,
imóvel fantasia.






FELICIDADE


     A Júlio Polidoro


por toda a vida
procurei essa palavra
e a fortuna
me faltava

por toda a vida
sem bússola ou mapa
procurei somente
essa palavra

que agora me escapa





VIJF EINDOEFENINGEN


Ten eerste: de mond goed openen
om de dag te proeven.

Te zoet, donker?

Tweede oefening: diep inademen
tot je een klok voelt.
Twee klepelslagen
is teken van zondag.

Ten derde: met de linkerflank een van de zeven
punten van de dageraad aanraken
tot je het blauw pijn doet - en stevig pijn doet.

Ten vierde: omgekeerd kijken, naar binnen kijken
en het kind zien
dat over de brug rent.

Ten vijfde: het slepen van het uur
horen, zijn raderwerk
en, in het midden, alle andere uren
waarin je aan het geboren worden was.

Waarin je aan het geboren worden was
voor deze onnutte oefeningen.






FOTO


Hier sta je
zoals het uiteindelijk hoort:
onbeweeglijk, dood.

Wat het papier onthult
voorvoelden je nachten:
een zekere onlust in het bestaan,
een trillen, onbepaald, in je handen.

Ach, je handen kunnen je verraden
zoals iedereen.
En je ogen?
- vastgevroren in een westen
dat verloren ging
uit de tijd en de steden,

maar dat je foto
nu beschijnt
met hetzelfde licht
dat je in je dromen waarnam.

Dat licht dat op het papier
blijft staan gelijk jij
en allen,
onbeweeglijke fantasie.






GELUK


Voor Júlio Polidoro


al heel mijn leven
zocht ik dat woord
en het geluk
ontbrak mij

al heel mijn leven
zonder kompas of kaart
zocht ik alleen maar
dat woord

dat me op dit ogenblik ontgaat

Uit: A soleira e o século, São Paulo, Nankin/ Funalfa, 2002.




Terug naar Index