Ars amandi
"Je liefde, zal ik zeggen hoe ik ze noem?
Jij bent de branding. En ik ben een toren..."
"Ja, ja," zei je, "moest Sigmund Freud je horen..."
"Wat zeg je? Ik? En freudiaanse doem?
Ik noem je serre, pleisterplaats, gezoem
van bijen, honing, zoete kinderkoren..."
"Ach, stop toch!" zeg je, "Stop! Lang van tevoren
heb ik geraden wat er volgt: een bloem!"
Je zit aan tafel aardappelen te schillen.
Edel en Lieven vechten weer en gillen
en rood van drift schreeuw jij daarbovenuit.
Oei, denk ik, oei! Wie zal de liefde drillen?
Drink water, jongen, om dat vuur te stillen.
Het wordt pas lente als de lijster fluit..
|
|
|