Gedichten  van  DANIEL  RUBÉN  MOURELLE
vertaald door Fa Claes


Daniel Rubén Mourelle werd in 1945 in Buenos Aires, Argentinië. Van 1984 tot 1992 was hij directeur van "Clepsidra" (Primer Premio en el Certamen Nacional de Revistas Literarias, organizado por el Fondo Nacional de las Artes, 1988).
Hij ontving de premio Faja de Honor de la Sociedad Argentina de Escritores (poesía, 1989).
Tussen 1978 tot 1990 schreef en dirigeerde hij musicale en literaire belevenissen voor allerlei gezelschappen. Van 1992 tot 1996 beheerde hij het tijdschrift "Sr. Neón".
Hij beheert de webpagina's AutorExus, Motor Cyberio, TablaX, Nostromo Editores en heeft eigen literaire ateliers.
Van 1990 tot 2003 was hij mede-directeur van de poëziereeks: Libros del Empedrado.




LAS NUBES LLEGAN HASTA LA PLAYA


Un hilo de agua
cae

desde dónde
para mojar qué

Tu poema nace
de un cierto esperar
por ese hilo de agua


        De: Cabo Ballard




EL DESERTOR


Nada tengo que pueda mostrar
sin gesto de traición

unos regresan con esfuerzo
otros
de morir
nunca terminan

mi mano
elegida por la noche afirma
caricia que deja
caer
la bandera


        De: Los adoquines del ladrón




LOS ENCARGADOS DE LA CRÍA


Nuestra tarea: destruir palabras nuevas
malas hijas de aquéllas
tan lejanas
tan de otra
imbatible
generación


        De: Sueños de cornisa




NACIMIENTO EN CASA

                         Siete años
                         según dicen
                        la medida


Aquel veintiuno
debió quebrarse un espejo

el último

del salón
de oscuros rotos


        De: Sueños de cornisa




LA ZONA CREPUSCULAR


Agustín
con sus cuatro meses
acaba de lanzar un nuevo adiós
él no lo sabe aún
pero un dardo en la magia que lo impulsa
se lo dirá a su tiempo

cuando alzó el cuerpo
sobre brazos y piernas
una espora salió por la ventana
como un balazo

y
diálogo recortado
el reloj se detuvo
como si advirtiera que no obtenía
mis atenciones


        De: Gibson




REBELIÓN DE APRENDICES


Atrás es
hacia donde el ojo
rara vez
inclina la palabra

tomarla se ha vuelto un ir hacia adelante

Nosotros queremos
otro atrás
no
el pasado o el adentro

Nuestro atrás fisura
congela

transparenta dagas


        De: Niños del aquelarre




PITÁGORAS ESCRIBE UN POEMA


La libertad se vuelve
necesaria
cuando el deseo se agita
incapaz

decirmoral
simula
decircontraste

recorte de un mundo en emergencia
contra otro
de pobreza tan mayor como escondida

tierra limitada
líneas y más líneas
la voz nombra lo que falta
no hay palabra para la abundancia
en este reino de geometrías
el teorema nace de querer demostrar


        De: Niños del aquelarre




EL COFRE DEL PIRATA


Esos niños
cuya mirada busca
dioses que la justifiquen
cuentan los pasos
desde una roca
hacia un tronco seco

La piel de sus manos
se permite

el temple de un abrazo

Son una piedra
brillante y escasa :

un sol engarzado en el hueso


        De Niños del aquelarre




BRADBURY ESCUCHA AL ÚLTIMO MARCIANO


Sobre nuestras lunas
las danzas del verano
aguardaron el último giro
hasta paralizarse

Los viejos presintieron :

        Sabemos qué pasa
        cuando el mundo se detiene
        el alfanje lo atraviesa y nadie lo nota
        excepto la mano
        la empuñadura no quiere soltar
        la ambigua
        misma propia mano :
        empuñadura


Terminado el silencio
surgió nuestra risa
al escucharlo en boca de otros

Aquel día nos invadió
cada guerrero : cicatriz
la pose
quien espera
acechante entre las horas
amparado por el ruido
creció el viento
frío de agua salada libre de gravedad
y la trama cruel del mundo
adhirió al alfanje para siempre

Aquel anochecer
estirpe de solitarios
luchó
por concebir un lugar
estrechar otras manos
corazón que no se hundiera

pudimos ver
los errores
tan marca como aciertos
una dentro de otra
voz afinada contra el aire
haciéndose afuera
sin llamarlo
trayendo el afuera
contagiado de sonido

Empujamos
para descubrirnos extremos del resorte
ambas espuelas del mundo escondían

desgarrándose
la huella hirió el suelo con sus ritmos
Y los vimos :
otros mundos al abordaje del universo
odisea necesitada de triunfos
de las estrellas más oscuras
saltaban de la nada y tomaban posiciones
algunos tenían nuestras caras
pero nosotros
ya comenzábamos
a desaparecer


        De: A cuenta del duelo

DE WOLKEN KOMEN TOT AAN HET STRAND


Een straaltje water
valt

vanwaar
om nat te maken wat

Je gedicht wordt geboren
uit een vaag hopen
op dit straaltje water







DE DESERTEUR


Niets heb ik dat ik kan tonen
zonder gebaar van verraad

enkelen keren met moeite terug
anderen
houden nooit op
met sterven

mijn hand
door de nacht uitgekozen bevestigt
liefkozing die
de vlag
laat vallen







DE VERANTWOORDELIJKEN VOOR HET MEISJE


Onze taak: nieuwe woorden vernietigen
slechte dochters van die
ver verwijderde
zozeer van een andere
onverslaanbare
generatie







GEBOORTE IN HUIS

                        Zeven jaar
                        gelijk ze zeggen
                        de maat


Die éénentwintigste
moest er een spiegel breken

de laatste

uit de salon
van obscure individuen







SCHEMERZONE


Agustín
vier maanden is hij
lanceerde zopas een nieuwe afscheidsgroet
hij weet het nog niet
maar een pijl in de magie die hem voortstuwt
zal het hem op zijn tijd zeggen

toen hij zijn lichaam oprichtte
op armen en benen
schoot een spore door het raam
gelijk een geweerschot

en
weggeknipte dialoog
het uurwerk bleef staan
alsof het gewaar werd dat het van mij
geen aandacht kreeg.







OPSTAND VAN LEERLINGEN


Achteruit is
naar waar het oog
zelden
het woord buigt

het nemen ervan is een vooruitgaan geworden

Wij willen
ander achteruit
niet
het verleden of het naar binnen

Ons achteruit scheurt
bevriest

doorlicht dolken







PYTHAGORAS SCHRIJFT EEN GEDICHT


De vrijheid wordt
nodig
als het verlangen onbekwaam
heen en weer beweegt

moraalspreken
simuleert
contrastzeggen

knipsel van een wereld in opkomst
tegen een andere
van armoede zoveel groter als verborgen

begrensde wereld
lijnen en meer lijnen
de stem noemt wat ontbreekt
er is geen woord voor de overvloed
in dit rijk van meetkundes
ontstaat het theorema uit willen bewijzen







DE KOFFER VAN DE ZEEROVER


Die kinderen
van wie de blik goden
zoekt die hun blik rechtvaardigen
tellen de stappen
van een rots
tot aan een droge boomstam

De huid van hun handen
gunt zich

de vastberadenheid van een omarming

Ze zijn een schitterende
en schaarse steen:

een zon in been gevat







BRADBURY LUISTERT NAAR DE LAATSTE MARTIAAN


Boven onze manen
wachtten de zomer-
dansen de laatste draai
tot ze verstarren

De ouden voorvoelden:

        We weten wat gaande is
        als de wereld blijft staan
        het kromzwaard klieft hem en niemand merkt het
        behalve de hand
        het gevest wil de eigen
        dubbelzinnige hand zelf
        niet loslaten:
        gevest


Bij het einde van de stilte
steeg onze lach op
toen we haar hoorden uit de mond van anderen

Die dag overmeesterde ons
elke krijger: litteken
de houding
wie wacht
spiedend tussen de uren
beschermd door het geluid
groeide de wind
koud uit zout water vrij van zwaartekracht
en de wrede plot van de wereld
kleefde voorgoed aan het kromzwaard

Die avondval
vocht
afstamming van eenzamen
om een plaats te concipiëren
andere handen te drukken
hart dat niet ten onder zou gaan

we konden de
fouten zien
zowel merk als treffers
de ene binnen de andere
stem vervolmaakt tegen de lucht
terwijl ze naar buiten loopt
zonder hem te roepen
het buiten meetrekkend
aangestoken door klank

Wij drukten
om ons te onthullen uiteinden van de veer
beide sporen van de aarde hielden verborgen

terwijl hij zich losmaakte
kwetste de voetindruk de vloer met zijn ritmes
En wij zagen ze:
andere werelden bij de entering van het universum
odyssee met behoefte aan triomfen
van de donkerste sterren
sprongen ze uit het niets en namen stellingen in
enkelen hadden onze gezichten
maar wij
begonnen reeds
te verdwijnen




Terug naar Index