|
Encosto-me à morte sem amparo ou sombra
Como o grão
Abeiro-me da flor que virá e venho
À superfície do teu sonho
Como se acordasse a mão que semeia
No coração lavrado que quem fez a ceifa
Rebento no interior da morte como o trigo
Rebento no interior do trigo
E de qualquer planta que se assemelhe a ti
|
Ik strek me in de dood zonder bescherming of schaduw
gelijk de graankorrel
ik nader de bloem die zal ontstaan en verschijn
aan de oppervlakte van je droom
Alsof de hand ontwaakte die zaait
in het bewerkte hart van wie de oogst vergaart
kiem ik in het innerlijke van de dood gelijk de tarwe
Ik kiem in het innerlijke van de tarwe
en van elke plant die gelijkenis toont met jou
|